Over mij Paul Brussaard

Mijn foto
Maarssen, Nederland (NL), Netherlands

donderdag 24 februari 2011

Duitsland snapt beter hoe de EU werkt

Omdat Duitsland mij zo bezighoudt (omdat ik er naar geemigreerd ben), deze keer een waardevolle en interessante bijdrage van Marja Verburg via www.duitslandweb.nl.

Duitslandexpert Jürgens over verschillen in Europese integratie

Nederlanders zijn negatiever over Europa dan Duitsers. De zwakkere werking van de Nederlandse grondwet draagt daaraan bij, zegt Hanco Jürgens van het Duitsland Instituut. Hij organiseert op 24 en 25 februari samen met het Montesquieu Instituut het symposium ‘Consitutional Perspectives on European integration’. “Duitsland heeft met het Constitutioneel Hof een ventiel voor ontevreden burgers. Nederland heeft niets.”

Uit Europese onderzoeken blijkt steeds weer dat Nederlanders veel ontevredener zijn over de Europese Unie dan Duitsers. Hoe komt dat?

Jürgens: “Dat heeft verschillende oorzaken. Het heeft te maken met de ligging van beide landen. Duitsland is een groot land midden in Europa en speelt een centrale rol in het Europese beleid. Wij waren ooit een van de zes Europese landen en zijn nu een van de 27. Wij hebben het gevoel dat we steeds achter de feiten aanlopen.”

Waarom hebben wij dat gevoel?

“Dat heeft onder meer met de grondwet te maken en met de verschillende politieke systemen van beide landen. De Nederlandse grondwet heeft een zwakkere werking dan de Duitse. Je kunt er juridisch nauwelijks een beroep op doen. Europa wordt in de Nederlandse grondwet niet eens genoemd. In de Duitse grondwet wordt in artikel 23 de verhouding tussen Duitsland en Europa geregeld. Dat artikel is na het Verdrag van Maastricht in 1992 in de Duitse grondwet opgenomen.

Maar minstens zo belangrijk: Duitsland heeft een Constitutioneel Hof, het Bundesverfassungsgericht. Dat kan Europese wetgeving toetsen aan de grondwet. In Nederland kan dat niet. Bij ons heeft de grondwet een andere status, het is meer een set van principes. In Duitsland kan iedere burger naar de rechter stappen als hij het met de wetgeving, ook de Europese wetgeving, niet eens is.”

Doen de Duitsers dat ook?

“Ja. Meestal doen ze dat dan met een grote groep en zijn het bijvoorbeeld hoogleraren die het voortouw nemen. Maar ook gewone burgers dienen klachten in bij het Constitutioneel Hof. Daarmee werkt het als een soort ventiel voor critici van het Europese beleid.

Zo was het Bundesverfassungsgericht kritisch over het Verdrag van Lissabon. Dat verdrag moet de besluitvorming in Europa slagvaardiger maken waardoor landen hun bevoegdheden makkelijker overdragen aan de EU. Ook op terreinen waarop de lidstaten gewend zijn zelf te besluiten, zoals bijvoorbeeld euthanasie. Het Constitutioneel Hof heeft daarom bepaald dat de Bondsdag en de Bondsraad zélf mogen beslissen wanneer ze soevereiniteit aan Europa overdragen. Zo zijn de rechten van het Duitse parlement beter gegarandeerd. Daarom moet kanselier Merkel haar Europese beleid altijd eerst met het parlement overleggen voordat ze het in Brussel voorstelt.”

In Nederland is dat niet zo?

“Nee. En Nederlanders kunnen nergens over Europa klagen. Daarom leeft hier sterk het idee dat we er niets over te zeggen hebben en ze in Brussel maar over ons kunnen beslissen.”

En die verschillen in de politieke systemen die u net noemde, hoe spelen die een rol?

“Duitsland is een federale staat. De deelstaten hebben veel meer te zeggen dan de Nederlandse provincies. De Duitsers zijn daardoor gewend de belangen van hun deelstaten in Berlijn te behartigen en ze weten hoe die daar worden gewogen. Ze weten dat het een kwestie van geven en nemen is en dat je zelf kunt bepalen waar je je accenten zet. Daarom kunnen Duitsers zich veel meer voorstellen bij de Europese politiek. Daar werkt het net zo.

Het centraal geregeerde Nederland heeft die ervaring niet, ziet niet dat het een spel is dat je moet spelen. Wij weten niet wanneer we invloed moeten en kunnen uitoefenen.”

Hebben we dat dan inmiddels niet geleerd?

“Sinds het Verdrag van Maastricht is er veel veranderd. De nationale parlementen hebben veel besluitvorming overgedragen aan Brussel, bijvoorbeeld over het monetaire beleid, migratie en milieu. Onze wensen moeten we nu in Europa zien te realiseren. Maar daar hebben we niets over opgenomen in de grondwet. En na het Nederlandse nee tegen de Europese grondwet in 2005 laten de politici hier Europa liever links liggen.”

Hoe zouden we dan wel invloed kunnen uitoefenen?

“Duitsland en Frankrijk hebben sinds afgelopen zomer gewerkt aan een reddingsmechanisme voor de euro. Als dat wordt gepresenteerd, zegt premier Rutte dat het pact de status heeft van een Duitstalig ambtelijk stuk, dus dat hij er niets over hoeft te zeggen. Hij begrijpt niet hoe je invloed kunt uitoefenen. Nederland had afgelopen zomer al aan de bel moeten trekken in Berlijn en Parijs.”

Maar in plaats daarvan doet Nederland niets en klaagt het na afloop dat het niets te zeggen heeft?

“Ja, daar lijkt het op. Terwijl Frankrijk en Duitsland best naar Nederland willen luisteren als het een visie heeft. Dat bleek bijvoorbeeld uit het reddingsplan voor Griekenland. Balkenende heeft destijds geopperd het Internationaal Monetair Fonds daarbij te betrekken. Daarmee stond hij in eerste instantie alleen in de Europese Raad. Maar het is uiteindelijk wel gebeurd.”

Hanco Jürgens is wetenschappelijk medewerker van het Duitsland Instituut Amsterdam. Het symposium ‘Consitutional Perspectives on European integration: Germany and the Netherlands’ vindt op 24 en 25 februari plaats aan de Universiteit Maastricht.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten